Home » Blog » Meten van de mobiliteit: van Range of Motion naar Neutrale Nul Methode

Meten van de mobiliteit: van Range of Motion naar Neutrale Nul Methode

In dit eerste artikel over de Range of Motion wordt gekeken naar de Neutrale-Nul-Methode voor notatie volgens Debrunner (1971). De Neutrale Nul Methode  is een veel gebruikte notatie wijze binnen de fysiotherapie en draagt bij aan een uniforme communicatie van de gezondheidszorg.

Mobiliteit
Binnen het International Classification of Functioning, Disability and Health(ICF) valt de bewegingsmobiliteit van gewrichten onder stoornissen van de anatomische eigenschappen en functies. Een mobiliteitsbeperking kan verschillende oorzaken hebben, zoals myogene, artrogene en capsulaire problemen, maar ook ossale deformiteiten, huid- en houdingsafwijkingen.

Het meten en kwantificeren van mobiliteitsbeperkingen, uitgedrukt in graden van bewegingsvrijheid, behoort tot de basisvaardigheden van de fysiotherapeut. Tijdens de opleiding tot algemeen fysiotherapeut is het bepalen van de range of motion met behulp van de goniometer één van de eerste aangeboden vaardigheden en vormt het een basis voor de rest van de opleiding. Het meten en kwantificeren wordt gebruikt om te bepalen of er een hyper- of hypomobiliteit is (diagnostisch), om het beleid te bepalen van een behandeling en om te beoordelen of een behandeling het beoogde effect heeft (evaluatief).

In deze eerste post over de mobiliteit wordt verder ingegaan op de notatie van meetresultaten. In hierop volgende posts komt een mogelijke uitvoeringswijze aan bod en later de validiteit en betrouwbaarheid van verschillende meetinstrumenten.
Er wordt hoofdzakelijk gekeken naar de mobiliteitstesten van de bovenste en onderste extremiteiten.  De mobiliteit van de wervelkolom is lastiger te meten en valt buiten de reikwijdte van dit artikel.

Range of Motion testen
Binnen het vak jargon wordt de mobiliteit vaak met Range of Motion(ROM) aangeduid. Bij een ROM-test wordt er gekeken naar de bewegelijkheid van een gewricht, uitgedrukt in graden. Met deze waarde kan links met rechts vergeleken worden of, in het geval van een patiënt welke aan beide zijdes mobiliteitsafwijkingen vertoont, met de standaardwaarden zoals die in de literatuur te vinden zijn.

Een ROM-test kan op verschillende wijzen uitgevoerd worden, deze uitvoeringswijzes zijn grofweg onder te verdelen in een actieve en passieve variant.
Bij de actieve variant maakt de patiënt zelf de beweging. Hierbij is het van belang dat er myogene activiteit is, de uitvoering is dus in het horizontale vlak of tegen de zwaarte kracht in. Bij de Actieve Range Of Motion test (AROM) let de therapeut op de totale bewegingsuitslag, de bijkomstige uitkomstwaarden zijn de kwaliteit van bewegen, de bereidheid tot bewegen en de sensaties van de patiënt.
Bij de passieve variant is het van belang dat de therapeut (of een andere externe kracht) zoveel als mogelijk de beweging maakt, de patiënt heeft dus géén myogene activiteit. Het is van belang dat er zich (zover mogelijk) één gewricht bevindt tussen de proximale en distale delen. Bij de Passieve Range Of Motion test (PROM) let de therapeut primair op de bewegingsuitslag en het eindgevoel, andere uitkomstwaarden zijn de sensaties van de patiënt en de bereidheid tot bewegen (of anders gezegd; de afwezigheid hiervan, zoals bij defensé musculaire). Het eindgevoel is afhankelijk van het gewricht en eventuele beperkende factoren en kan informatie verschaffen over de aard van de beperking.

Notatie
Een veelgebruikte manier van het noteren van de ROM is de neutrale-0-methode  van Debrunner(1971). Debrunner beschreef het gebruik van een goniometer in deze gestandaardiseerde uitvoering, hoewel dit tegenwoordig ook met andere meetinstrumenten mogelijk is.
Alle bewegingen worden bekeken vanuit anatomische vlakken en de 0-positie van een gewricht; de neutrale stand van een gewricht. Praktisch gezien komt dit neer op de volgende houding bij een gezond persoon: rechtop staand, hangende armen, duimen voorwaarts, voeten parallel en op heupbreedte geplaatst en de blik voorwaarts gericht. Omdat er gekeken wordt naar de bewegingen binnen een vlak en niet naar de bewegingsuitslag van een enkele bewegingsrichting kunnen alle bewegingen worden genoteerd met drie verschillende getallen, deze getallen zijn de bewegingen uitgedrukt in graden.
Wanneer de patiënt in staat is de 0-positie te passeren wordt de 0 in het midden geplaatst, gezien er een beweging enerzijds van de neutrale stand plaatsvindt (bijv flexie t.o.v. de neutraalstand) en een in het zelfde vlak bevindende beweging anderzijds van de neutrale stand (bijv. de extensie t.o.v. de neutraalstand)

Bij de notatie van de Neutrale-Nul-Methode worden de volgende gegevens gebruikt: de datum, het gewricht, de geteste zijde, de bewegingsrichting, actief of passief en de bewegingsuitslagen. Naast deze gegevens is er nog ruimte om eventuele bijzonderheden te noteren.

Tabel 1. Notatie format

Datum 
GewrichtLinks/RechtsBewegingsrichting:van … naar Passief/Actief Notatie
    … / … / … 

Voorbeelden

De patient beweegt tijdens het actieve onderzoek vanuit een neutrale positie haar knie, eerst naar maximale extensie en daarna naar maximale flexie. We meten dit op met een goniometer, waarbij we de denkbeeldige lijnen tekenen zoals in de tweede rij gevisualiseerd.

Rang of Motion: maximale extensie
1. Maximale extensie

Range of Motion: Neutrale positie
2. De Neutrale positie

Range of Motion: maximale flexie
3. Maximale flexie

Range of Motion: maximale extensie met denkbeeldige lijn
1. Maximale extensie met denkbeeldige lijn

Range of Motion: De Neutrale positie met denkbeeldige lijn
2. De Neutrale positie met denkbeeldige lijn

Range of Motion: Maximale flexie met denkbeeldige lijn
3. Maximale flexie met denkbeeldige lijn

De patient blijkt in staat te zijn om de linker knie actief te strekken tot 4º en te buigen tot 123º. Visueel samenvattend ziet het er dan alsvolgt uit:

Range of Motion: denkbeeldige lijnen
Alle lijnen van de bewegingen zoals de patiënt deze uitvoerde

Wanneer we dit noteren middels de neutrale nul methode van Debrunner maken we een directe vertaling van bovenstaande foto, met alle 3  lijnen van links naar rechts (1e lijn =  maximale extensie, 2e lijn is de neutrale positie, 3e lijn is de maximale flexie) genoteerd:

Tabel 2. Voorbeeld hyperextensie

Datum
23-10-2014
GewrichtLinks/RechtsBewegingsrichting:van … naar Passief/Actief Notatie
Art. GenusLinksVan extensie naar flexieActief4º/ 0º/ 123º 

In dit voorbeeld is direct inzichtelijk dat de totale ROM 4+123=127º is, waarbij er zowel een extensie als flexie mogelijkheid is van respectievelijk 4º en 123º is.

Wanneer er sprake is van een bewegingsbeperking waarbij niet door de 0-positie wordt bewogen komt de 0 aan de buitenkant te staan. Voorbeeld aan de hand van afbeelding 2: een patiënt is niet instaat haar linker knie te strekken, zij komt niet verder dan 20 graden flexie bij de extensie beweging.

Range of Motion: maximale extensie is beperkt
1. Patiënt kan niet naar Neutrale positie komen, dit is maximale extensie

Range of Motion: maximale flexie
2. Maximale flexie behaalt de patiënt wel

Range of Motion: Maximale extensie, welke fors beperkt is, ingetekend.
1. Maximale extensie, welke fors beperkt is, ingetekend.

Range of Motion: Maximale flexie met denkbeeldige lijn
2. Maximale flexie met denkbeeldige lijn
Range of Motion: beperkte extensie ingetekend
De lijnen zoals in ons mobiliteit onderzoek gevonden ingetekend.

Kijken we nu opnieuw van links naar rechts op bovenstaande afbeelding, zien we dat de eerste (denkbeeldige) lijn de 0-lijn is, de tweede is de maximale extensie lijn en de derde de maximale flexie lijn. Dit wordt dus genoteerd als:

Tabel 3 voorbeeld beperkte extensie

Datum
23-10-2014
GewrichtLinks/RechtsBewegingsrichting:van naar Passief/Actief Notatie
Art. GenusLinksVan extensie naar flexieActief0º/ 20º/ 123º 

In dit voorbeeld is direct inzichtelijk dat de totale ROM 123-20=103º is, waarbij er geen extensie mogelijk is en de patiënt ‘normaal’ staat in een flexiepositie van 20º.

Naast de mogelijk verschillende notatie methoden kan ook de manier van uitvoering en de methode van meten verschillen. Deze mogelijke verschillen kunnen grote gevolgen hebben voor je meetresultaten. Wanneer verschillende therapeuten dezelfde patiënt onderzoeken op mobiliteit, maar een andere uitvoering hanteren kan er een groot verschil in de bewegingsuitslagen gevonden worden. Het is tevens mogelijk dat er andere remmende structuren en dus eindgevoelens optreden.

Hoewel de gestandaardiseerde versie van de Neutrale-Nul-Methode wordt uitgevoerd met een Goniometer zijn er sinds 1971 vele verschillende meetinstrumenten op de markt gekomen. Hierbij kan gedacht worden aan:

  • (digitale) Inclinometer
  • Humac Norm
  • Parallellogramgoniometer.
  • Smartphone

Sinds de intrede van de Smartphone zijn er een aantal veel gebruikte applicaties beschikbaar zoals onder andere de Joint Goniometry, DrGoniometer en Clinometer. Door enkel op ‘goniometer’  in de App Store te zoeken komen al 26 resultaten naar voren.  Of deze andere meetinstrumenten ook bruikbaar zijn is afhankelijk van de betrouwbaarheid, validiteit, responsiviteit en bruikbaarheid van deze instrumenten. Omdat beide aspecten van belang zijn voor de bruikbaarheid van de meetresultaten zal hier op een later stadium ook aandacht aan besteed worden.