Home » Blog » Vroeg starten met fysiotherapie bij lage rugklachten

Vroeg starten met fysiotherapie bij lage rugklachten

Artistieke weergave van de wervelkolom door Ursrules1
Artistieke weergave van de wervelkolom door Ursrules1

In een vorige blog (Van gezond leven tot lage rugklachten) kwamen we tot de conclusie, op basis van gegevens van de World Health Organisation, dat lage rug klachten op nummer 1 staan qua prevalentie. Fysiotherapie is een goede en kosteneffectieve manier van behandelen. Maar hoe kosteneffectief is het en hoe vroeg moet je starten met fysiotherapie om de ‘beste’ behandeling te krijgen?

In 2010 had 1 op de 2 mensen een episode van lage rugklachten gehad. In een studie naar de Amerikaanse populatie bleek dat 25% van de populatie in de afgelopen 3 maanden lage rugklachten heeft ervaren (1). Gelukkig is de prognose van lage rugklachten over het algemeen goed, zo’n 75% heeft binnen 2-4 weken geen last meer. De overigen hebben helaas langer klachten en hierbij blijken zeer hoge zorgkosten bij gemaakt te worden, welke (in Amerika) geschat worden tussen de $85 miljard en $238 miljard (€95,3 miljard tot €267 miljard). Daarbij is het vrij vervelend dat de kosten voor lage rugklachten sneller stijgen dan de algemene zorgkosten (2).

Rust bij aspecifieke lage rugklachten

Patiënten met lage rugklachten wie zich melden bij huisartsen  worden over het algemeen geadviseerd tijdelijk rust te nemen, waarna het vanzelf over zal gaan. Feitelijk is dit waar, wanneer gekeken wordt naar de algemene prognose, en dit voorkomt overbehandeling door de fysiotherapeut. In een onderzoek door Fritz et al in 2013  bleek echter dat het vroeg doorsturen naar de fysiotherapeut geen verhoogde zorgkosten met zich meebracht (3). Er zijn echter nog meer interessante bevindingen gedaan in de afgelopen 3 jaar.

Wanneer naar de fysiotherapeut

Deze onderzoeksgroep van Fritz, Childs, Wainner, Flynn en later aangevuld met anderen, ging tevens kijken naar de implicaties van de timing van fysiotherapie. Vroege fysiotherapie (binnen 14 dagen) en vertraagde fysiotherapie (na 15 dagen) werden met elkaar vergeleken in o.a. het risico op maken van medisch beeldmateriaal, injecties, operaties e.d.. Hieruit bleek dat de groep die vroege fysiotherapie kreeg gemiddeld $2736,23 (ongeveer €2440)minder kosten maakte per episode (4). Gezien het nog niet helemaal duidelijk was welke groep met name vroege fysiotherapie zou moeten krijgen, ofwel doorgestuurd zou moeten worden naar de fysiotherapeut vanaf de huisarts, werd verder onderzoek aangeraden.

STarT Back Screening Tool

Een mogelijk middel hiervoor is het inzetten van de STarT Back Screening Tool (5). Deze tool richt zich op de aanwezigheid van prognostische factoren, waarin met name ook de psychosociale factoren meegenomen worden om zodoende een profiel keuze te maken. De richtlijn Lage Rugklachten van het KNFG sluit qua profiel hierop aan, hoewel het tijdens het schrijven van de richtlijn nog geen gevalideerd instrument was en zodoende niet opgenomen is hierin.

Lagere zorgkosten met vroege fysiotherapie

In hun recente publicatie in 2015 kwamen ze erachter dat patiënten uit de vroege fysiotherapie groep 60% minder lage rugklachten gerelateerde zorgkosten hadden en daarnaast tussen de 13 en 24% minder additionele, niet lage rugklachten gerelateerde kosten (6). Belangrijk gegeven hierin is wel dat de aangeboden fysiotherapie in navolging van de richtlijnen voor Lage Rug Klachten moet zijn, in Nederland geschreven door het KNGF.

De conclusie van dit recente onderzoek is dat fysiotherapie (in navolging van de richtlijn) in een vroeg stadium (<14 dagen vanaf begin klacht) de zorgkosten voor patienten met lage rugklachten fors verminderd. Het is nog niet geheel duidelijk welke mensen met lage rug klachten het meeste baat hebben voor een vroege start van fysiotherapie.

Het gaat hier om een grote populatie die hier onderzocht is, te weten 753.450 patiënten met lage rugklachten waarvan 16,3 % (122.723) fysiotherapie kreeg. Van deze 122.723 patiënten kreeg 24% (17.175) vroege fysiotherapie. De impact van dit onderzoek is daardoor vrij groot te noemen.

Mogelijke conclusie

Het lijkt er op dat fysiotherapie in een vroeg stadium geïndiceerd is om hoge zorgkosten te voorkomen bij patiënten met aspecifieke lage rugklachten. De vorm van fysiotherapie kan bestaan uit informeren / adviseren over de klacht tot aan oefentherapie, houdingsadvies of manuele therapie. De fysiotherapeut kan hierin zelf beslissingen maken gericht op hoe de patiënt zich presenteert, gebaseerd op de richtlijn Lage Rugklachten. De STarT Back Screening Tool is een mogelijk hulpmiddel om te bepalen welk profiel het meest passend is en daarmee welke vorm van fysiotherapie het meest adequaat is.

Bronnen

  1. Incidence, prevalence, costs, and impact on disability of common conditions requiring rehabilitation in the United States: stroke, spinal cord injury, traumatic brain injury, multiple sclerosis, osteoarthritis, rheumatoid arthritis, limb loss, and back pain.
    Ma VY, Chan L, Carruthers KJ
    Arch Phys Med Rehabil. 2014 May; 95(5):986-995.e1.
  2. Worsening trends in the management and treatment of back pain.
    Mafi JN, McCarthy EP, Davis RB, Landon BE
    JAMA Intern Med. 2013 Sep 23; 173(17):1573-81.
  3. Initial management decisions after a new consultation for low back pain: implications of the usage of physical therapy for subsequent health care costs and utilization.
    Fritz JM, Brennan GP, Hunter SJ, Magel JS
    Arch Phys Med Rehabil. 2013 May;94(5):808-16
  4. Primary care referral of patients with low back pain to physical therapy: impact on future health care utilization and costs.
    Fritz JM, Childs JD, Wainner RS, Flynn TW
    Spine (Phila Pa 1976). 2012 Dec 1; 37(25):2114-21.
  5. Primary care referral of patients with low back pain to physical therapy: impact on future health care utilization and costs.
    Fritz JM, Childs JD, Wainner RS, Flynn TW
    Spine (Phila Pa 1976). 2012 Dec 1; 37(25):2114-21.
  6. Implications of early and guideline adherent physical therapy for low back pain on utilization and costs
    Childs JD, Fritz JM, Wu SS, Flynn TW, Wainner RS, Robertson EK, Kim FS, George SZ
    BMC Health Serv Res. 2015; 15: 150.